Nieuwe website Venticare

 

Kinderziekte blijkt geen kinderziekte

Nefrologen testten patiënten met nierinsufficiëntie tot nu toe niet op nefronoftise omdat niet bekend was dat deze ziekte zo vaak bij volwassenen voor kan komen. Terwijl dat wel belangrijk is omdat het grote gevolgen kan hebben voor de patiënt. Zo kan het al dan niet hebben van nefronoftise het donatievraagstuk beïnvloeden en biedt het meer opties bij een eventuele kinderwens. Nefronoftise is een renale ziekte die zich vaak op jonge leeftijd openbaart en waarbij er nierinsufficiëntie optreedt, waardoor dialyse of een niertransplantatie nodig is. De ziekte is erfelijk en ontstaat door afwijkingen in het DNA, met name in het NPHP1-gen. De studie werd verricht in samenwerking met onderzoeksgroepen uit het buitenland, er werden 5600 patiënten getest. Het Nederlandse deel van het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de Nierstichting.

Hersenschade door hemodialyse

Tijdens hemodialyse neemt de circulatie van de hersenen met zo?n 10 procent af. Dit kan een verklaring zijn waarom in eerder onderzoek een verband werd gevonden tussen dialyse en een verhoogd risico op hersenbeschadiging.  De hersenbeschadiging bestaat vooral uit witte stofafwijkingen en cognitieve achteruitgang.  Beter protocol Het is voor het eerst dat de doorbloeding van de hersenen tijdens hemodialyse nauwkeurig werd gemeten. In dit onderzoek werden bij 12 patiënten van 65 jaar en ouder drie PET-scans gemaakt: voor de dialyse, kort na het begin ervan en aan het eind. De doorbloeding van de hersenen daalde van gemiddeld 34,5 naar 30,5 ml/100 g per minuut en nam in alle onderzochte hersengebieden af. Factoren die mogelijk verband hielden met de daling waren een hogere lichaamstemperatuur, het onttrekken van vocht tijdens de dialyse en een hogere pH-waarde van het bloed. ?De resultaten vormen meer begrip van de negatieve effecten van dialyse op de hersenen?, zegt onderzoeker Harmke Polinder-Bos. ?Bovendien vormen ze een uitgangspunt voor verder onderzoek naar protocollen waarbij de hersendoorbloeding beter op peil blijft.?

Beste collega?s Acute Zorgprofessionals

Onze stichting zet zich al ruim 30 jaar in als kennisplatform voor alle medewerkers in de Acute Zorg. Ook dit jaar hebben we weer een prachtig evenement georganiseerd op 6 en 7 juni in de Supernova van de Jaarbeurs in Utrecht.  Naast de reanimatiecompetitie (volwassen, kinderen en dit jaar voor het eerst ook voor de RAV), hebben we een kennisquiz en verschillende workshops gericht op verpleegkundigen uit hele Acute As (RAV, SEH, IC, MC en CCU).  Met de drukte en schaarste in middelen en personeel is samenwerken in de Acute Zorg nog belangrijker geworden dan ooit tevoren. Venticare is de plek waar zorgprofessionals met verschillende achtergronden elkaar kunnen ontmoeten en van elkaar kunnen leren. Bijgevoegd treft u een pdf aan van het volledige programma van   6 juni en van 7 juni.

Mocht u met meer dan 5 verpleegkundigen gezamelijk inschrijven ontvangt u 10% korting op de entreeprijs.  

Heeft u suggesties die onze stichting kunnen helpen om het kennisniveau van onze zorgprofessionals nog verder te verbeteren of heeft u suggesties voor Venticare Magazine, of Venticare Live dan nodigen we u van harte uit deze aan ons door te geven.

Wereld Delier Aandacht Dag

Aan deze speciale dag, Wereld Delier Aandacht Dag, besteden we in Nederland ook aandacht. Er zijn flyers met delier informatie voorhanden die bedoeld is voor de naasten van patiënten en een flyer voor zorgverleners. Ook kan er een delierquiz gemaakt worden (een basis en een gevorderde quiz). De link en QR-code staat in de flyer voor de zorgverlener. Lees de informatie door en verspreid deze op de afdeling en verstrek deze aan de naasten, en doe de quiz.

Op meerdere IC?s in Nederland worden die dag metingen gedaan om vast te stellen hoeveel patiënten op de IC nu delirant zijn die dag. Daarnaast wordt ook in kaart gebracht wat de centra doen aan delirium management.

Bekijk aanvullende informatie:

een overzicht over delier voor leken een overzicht + informatieve QUIZ voor de Health Professional

Scan onderstaande barcodes: links de delier basiskennis en rechts de delier gevorderden kennistest.

 

Continue reading

Verslaving in de Acute Zorg. De signalerende rol van de Spoedeisende Hulp

Na de acute medische zorgverlening worden patiënten vaak naar huis gestuurd, waardoor onderliggende verslavingsproblematiek blijft liggen. Doorvragen naar gebruik is dringend nodig bij het ontdekken van een verslaving en het doorverwijzen naar de juiste hulp. ?SEH-artsen en -verpleegkundigen moeten inzien dat ze een signalerende rol hebben.?

Lees het hele artikel in het februarinummer van het Venticare Magazine. Neem een abonnement of koop een los nummer via de webshop.

http://localhost/concrete5.6.2.1/venticaremagazine/

Programma Venticare Live

Bekijk HIER het volledige programma

Workshops tijdens Venticare Live

Als zorgprofessionals hebben we dagelijks te maken met patiënten die overlijden. De vraag is echter of overlijden in een ziekenhuis wel zo normaal zou moeten zijn? Daar waar vroeger het overgrote deel van de patiënten thuis overleed was dat in de jaren ?80 nog ongeveer 20%. Inmiddels is het aantal mensen dat thuis overlijdt op een hand te tellen. Overlijden lijkt tegenwoordig alleen nog maar te kunnen in ziekenhuizen of verpleeghuizen. Mensen realiseren zich onvoldoende dat er (vaak) ook een keuze bestaat tussen sterven in een ziekenhuis of daarbuiten. Een keuze tussen sterven zonder behandeling of na een uitgebreid behandeltraject; een keuze tussen sterven op een afdeling of op de Intensive Care (IC). Dit keuzeproces begint eigenlijk al bij de vraag wil ik nog wel naar het ziekenhuis in een bepaalde fase van mijn leven of ziekte? En als ik al naar het ziekenhuis ga, wil ik dan ook nog naar de IC om beademd te worden, of nog gereanimeerd worden? Allemaal vragen die logisch lijken, maar vaak niet besproken zijn. Praten over ziekte en de dood is namelijk iets dat we liever niet doen. Helemaal begrijpen doe ik dat echter niet: ?Je moet er toch niet aan denken dat je als patiënt (aan het eind van je leven) de regie aan wildvreemden moet overlaten?? Het moet juist iets zijn dat je bij leven met je dierbaren hebt besproken zodat de regie bij jou blijft.

Als intensivist spreek ik frequent patiënten voordat ze eventueel naar de IC komen. We informeren ze op momenten dat er nog geen sprake is van noodzaak tot opname op de IC. Daarbij vraag ik ze ook hoe ze de toekomst zien, vertel ik hoe ingrijpend een IC opname kan zijn en geef ik aan dat, los van medisch zinvol en of zinloos handelen, de patiënt voor een deel ook zelf de regie in handen kan nemen.

Het begeleiden van de patiënt die komt te overlijden is ook een onderdeel van goede patiëntenzorg. Daar hoort ook bij dat wensen van de patiënt moeten worden gewogen. Uiteindelijk moet doodgaan in een ziekenhuis iets zijn dat we helemaal niet willen. Sterven in het ziekenhuis verloopt vaak eenzaam, in een ?vreemde? omgeving, met mensen die je niet of nauwelijks kent. Het belangrijkste doel in deze fase is dat het op een menswaardige manier gebeurt, zonder pijn, angst of benauwdheid. Maar waarom kan dat niet ook gewoon thuis? Tegenwoordig zijn er naast de begeleiding die huisartsen bieden ook zogeheten palliatieve teams. Deze teams helpen (24 uur per dag) om de laatste fase van een leven op een menswaardige manier te doorlopen.

Wanneer besluit je echter dit traject in te gaan? Wanneer weet je of je een behandeling in het ziekenhuis nog wel wil? Of dat je naar huis wil? Het antwoord op deze vraag is niet zo 1-2-3 te geven. Je kunt wel proberen voorbereid te zijn op eventueel ingrijpende gebeurtenissen, of op de dood. Het probleem is echter dat we (te) weinig praten over de dood. We praten niet met elkaar, maar we praten ook niet met de huisarts of specialist over dit onderwerp. Om dit taboe in Amerika te doorbreken schreef de Amerikaanse anesthesioloog (Dr. Zubin Damania alias ZDoggMD) in Amerika een eigen tekst op een nummer van Eminem en Rihanna. Met ?This ain?t the way to die? wilde hij duidelijk maken dat je je als patiënt moet realiseren dat je ook een verantwoordelijkheid hebt, namelijk die van het bepalen van je eigen lot. Daarbij stelt hij dat er (in Amerika) jaarlijks miljoenen mensen behandeld worden die dat wellicht helemaal niet gewild zouden hebben, nog los van de kosten die hiermee gemoeid gaan. En dat allemaal omdat we niet met elkaar praten over de dood en het stervensproces.

In Nederland is de dood een thema dat steeds vaker aandacht krijgt. Met programma?s als Over mijn Lijk, of zoals recent bij Kijken in de Ziel. In het laatstgenoemde programma hebben we onder andere kennis kunnen maken met René Gude (denker des vaderlands (1957-2015)). Hij vertelde openhartig over zijn visie op de dood zoals ook terug te lezen is in het boek ?Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het?, een gesprek tussen Wim Brands en René Gude. Wellicht hebben openhartige gesprekken op tv onze angst om over de dood te praten verlegd, en biedt dit mogelijkheden om als zorgprofessional de vraag aan je patiënt weer eens te stellen; ?Heeft u er al over nagedacht wat u zou willen als ?.?.

Continue reading

Werken in de Acute zorg: wat doet dat met jou?

Als zorgprofessionals hebben we dagelijks te maken met patiënten die overlijden. De vraag is echter of overlijden in een ziekenhuis wel zo normaal zou moeten zijn? Daar waar vroeger het overgrote deel van de patiënten thuis overleed was dat in de jaren ?80 nog ongeveer 20%. Inmiddels is het aantal mensen dat thuis overlijdt op een hand te tellen. Overlijden lijkt tegenwoordig alleen nog maar te kunnen in ziekenhuizen of verpleeghuizen. Mensen realiseren zich onvoldoende dat er (vaak) ook een keuze bestaat tussen sterven in een ziekenhuis of daarbuiten. Een keuze tussen sterven zonder behandeling of na een uitgebreid behandeltraject; een keuze tussen sterven op een afdeling of op de Intensive Care (IC). Dit keuzeproces begint eigenlijk al bij de vraag wil ik nog wel naar het ziekenhuis in een bepaalde fase van mijn leven of ziekte? En als ik al naar het ziekenhuis ga, wil ik dan ook nog naar de IC om beademd te worden, of nog gereanimeerd worden? Allemaal vragen die logisch lijken, maar vaak niet besproken zijn. Praten over ziekte en de dood is namelijk iets dat we liever niet doen. Helemaal begrijpen doe ik dat echter niet: ?Je moet er toch niet aan denken dat je als patiënt (aan het eind van je leven) de regie aan wildvreemden moet overlaten?? Het moet juist iets zijn dat je bij leven met je dierbaren hebt besproken zodat de regie bij jou blijft.

Als intensivist spreek ik frequent patiënten voordat ze eventueel naar de IC komen. We informeren ze op momenten dat er nog geen sprake is van noodzaak tot opname op de IC. Daarbij vraag ik ze ook hoe ze de toekomst zien, vertel ik hoe ingrijpend een IC opname kan zijn en geef ik aan dat, los van medisch zinvol en of zinloos handelen, de patiënt voor een deel ook zelf de regie in handen kan nemen.

Het begeleiden van de patiënt die komt te overlijden is ook een onderdeel van goede patiëntenzorg. Daar hoort ook bij dat wensen van de patiënt moeten worden gewogen. Uiteindelijk moet doodgaan in een ziekenhuis iets zijn dat we helemaal niet willen. Sterven in het ziekenhuis verloopt vaak eenzaam, in een ?vreemde? omgeving, met mensen die je niet of nauwelijks kent. Het belangrijkste doel in deze fase is dat het op een menswaardige manier gebeurt, zonder pijn, angst of benauwdheid. Maar waarom kan dat niet ook gewoon thuis? Tegenwoordig zijn er naast de begeleiding die huisartsen bieden ook zogeheten palliatieve teams. Deze teams helpen (24 uur per dag) om de laatste fase van een leven op een menswaardige manier te doorlopen.

Wanneer besluit je echter dit traject in te gaan? Wanneer weet je of je een behandeling in het ziekenhuis nog wel wil? Of dat je naar huis wil? Het antwoord op deze vraag is niet zo 1-2-3 te geven. Je kunt wel proberen voorbereid te zijn op eventueel ingrijpende gebeurtenissen, of op de dood. Het probleem is echter dat we (te) weinig praten over de dood. We praten niet met elkaar, maar we praten ook niet met de huisarts of specialist over dit onderwerp. Om dit taboe in Amerika te doorbreken schreef de Amerikaanse anesthesioloog (Dr. Zubin Damania alias ZDoggMD) in Amerika een eigen tekst op een nummer van Eminem en Rihanna. Met ?This ain?t the way to die? wilde hij duidelijk maken dat je je als patiënt moet realiseren dat je ook een verantwoordelijkheid hebt, namelijk die van het bepalen van je eigen lot. Daarbij stelt hij dat er (in Amerika) jaarlijks miljoenen mensen behandeld worden die dat wellicht helemaal niet gewild zouden hebben, nog los van de kosten die hiermee gemoeid gaan. En dat allemaal omdat we niet met elkaar praten over de dood en het stervensproces.

In Nederland is de dood een thema dat steeds vaker aandacht krijgt. Met programma?s als Over mijn Lijk, of zoals recent bij Kijken in de Ziel. In het laatstgenoemde programma hebben we onder andere kennis kunnen maken met René Gude (denker des vaderlands (1957-2015)). Hij vertelde openhartig over zijn visie op de dood zoals ook terug te lezen is in het boek ?Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het?, een gesprek tussen Wim Brands en René Gude. Wellicht hebben openhartige gesprekken op tv onze angst om over de dood te praten verlegd, en biedt dit mogelijkheden om als zorgprofessional de vraag aan je patiënt weer eens te stellen; ?Heeft u er al over nagedacht wat u zou willen als ?.?.

Continue reading

Wat hebben we geleerd van the ICE Man ...?

Als zorgprofessionals hebben we dagelijks te maken met patiënten die overlijden. De vraag is echter of overlijden in een ziekenhuis wel zo normaal zou moeten zijn? Daar waar vroeger het overgrote deel van de patiënten thuis overleed was dat in de jaren ?80 nog ongeveer 20%. Inmiddels is het aantal mensen dat thuis overlijdt op een hand te tellen. Overlijden lijkt tegenwoordig alleen nog maar te kunnen in ziekenhuizen of verpleeghuizen. Mensen realiseren zich onvoldoende dat er (vaak) ook een keuze bestaat tussen sterven in een ziekenhuis of daarbuiten. Een keuze tussen sterven zonder behandeling of na een uitgebreid behandeltraject; een keuze tussen sterven op een afdeling of op de Intensive Care (IC). Dit keuzeproces begint eigenlijk al bij de vraag wil ik nog wel naar het ziekenhuis in een bepaalde fase van mijn leven of ziekte? En als ik al naar het ziekenhuis ga, wil ik dan ook nog naar de IC om beademd te worden, of nog gereanimeerd worden? Allemaal vragen die logisch lijken, maar vaak niet besproken zijn. Praten over ziekte en de dood is namelijk iets dat we liever niet doen. Helemaal begrijpen doe ik dat echter niet: ?Je moet er toch niet aan denken dat je als patiënt (aan het eind van je leven) de regie aan wildvreemden moet overlaten?? Het moet juist iets zijn dat je bij leven met je dierbaren hebt besproken zodat de regie bij jou blijft.

Als intensivist spreek ik frequent patiënten voordat ze eventueel naar de IC komen. We informeren ze op momenten dat er nog geen sprake is van noodzaak tot opname op de IC. Daarbij vraag ik ze ook hoe ze de toekomst zien, vertel ik hoe ingrijpend een IC opname kan zijn en geef ik aan dat, los van medisch zinvol en of zinloos handelen, de patiënt voor een deel ook zelf de regie in handen kan nemen.

Het begeleiden van de patiënt die komt te overlijden is ook een onderdeel van goede patiëntenzorg. Daar hoort ook bij dat wensen van de patiënt moeten worden gewogen. Uiteindelijk moet doodgaan in een ziekenhuis iets zijn dat we helemaal niet willen. Sterven in het ziekenhuis verloopt vaak eenzaam, in een ?vreemde? omgeving, met mensen die je niet of nauwelijks kent. Het belangrijkste doel in deze fase is dat het op een menswaardige manier gebeurt, zonder pijn, angst of benauwdheid. Maar waarom kan dat niet ook gewoon thuis? Tegenwoordig zijn er naast de begeleiding die huisartsen bieden ook zogeheten palliatieve teams. Deze teams helpen (24 uur per dag) om de laatste fase van een leven op een menswaardige manier te doorlopen.

Wanneer besluit je echter dit traject in te gaan? Wanneer weet je of je een behandeling in het ziekenhuis nog wel wil? Of dat je naar huis wil? Het antwoord op deze vraag is niet zo 1-2-3 te geven. Je kunt wel proberen voorbereid te zijn op eventueel ingrijpende gebeurtenissen, of op de dood. Het probleem is echter dat we (te) weinig praten over de dood. We praten niet met elkaar, maar we praten ook niet met de huisarts of specialist over dit onderwerp. Om dit taboe in Amerika te doorbreken schreef de Amerikaanse anesthesioloog (Dr. Zubin Damania alias ZDoggMD) in Amerika een eigen tekst op een nummer van Eminem en Rihanna. Met ?This ain?t the way to die? wilde hij duidelijk maken dat je je als patiënt moet realiseren dat je ook een verantwoordelijkheid hebt, namelijk die van het bepalen van je eigen lot. Daarbij stelt hij dat er (in Amerika) jaarlijks miljoenen mensen behandeld worden die dat wellicht helemaal niet gewild zouden hebben, nog los van de kosten die hiermee gemoeid gaan. En dat allemaal omdat we niet met elkaar praten over de dood en het stervensproces.

In Nederland is de dood een thema dat steeds vaker aandacht krijgt. Met programma?s als Over mijn Lijk, of zoals recent bij Kijken in de Ziel. In het laatstgenoemde programma hebben we onder andere kennis kunnen maken met René Gude (denker des vaderlands (1957-2015)). Hij vertelde openhartig over zijn visie op de dood zoals ook terug te lezen is in het boek ?Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het?, een gesprek tussen Wim Brands en René Gude. Wellicht hebben openhartige gesprekken op tv onze angst om over de dood te praten verlegd, en biedt dit mogelijkheden om als zorgprofessional de vraag aan je patiënt weer eens te stellen; ?Heeft u er al over nagedacht wat u zou willen als ?.?.

Continue reading

Paneldiscussie

Discussieer mee over hoe IC-professionals de kwaliteit van leven van hun patiënten én hun naasten kunnen verbeteren. Samen met jullie willen we de Acute Zorg professie naar een nóg hoger en humaner niveau tillen. Zorg dat je deze sessie niet gaat missen. Als je alleen wilt luisteren, ben je natuurlijk ook meer dan welkom.

Venticare gelooft al 30 jaar dat jij het verschil maakt!

2016 is een feestelijk jaar.Stichting Venticare viert dit jaar haar 30e verjaardag. Daarom hebben wij een prachtig cadeau voor jou: Naast het ?gewone? congres - dat Venticare Live gaat heten - komt er nu voor het eerst een najaarscongres, dat we Venticare Experience genoemd hebben. Hoe het precies allemaal zit, kun je lezen op pagina30 en 31 van het februarinummer van het Venticare Magazine. Maar wat ik wél al wil vertellen is dat we je met Venticare Experience willen bedanken voor wat jij voor Venticare betekend hebt de afgelopen jaren. Daarom willen we je verwennen! Dat doen we door je één dag gratis de Experience bij te laten wonen. Kom je naar Venticare Live, dan mag je gratis één dag naar keuze naar Venticare Experience. En VenticareExperience is een primeur. Voor het eerst in Nederland is er een congres waarbij de beleving van werken in de Acute Zorg centraal staat. Venticare Experience staat dan ook geheel in het teken van bevlogenheid en liefde voor het vak.Het voorjaarscongres blijft uiteraard de focus leggen op kennisverbreding. Daar vind je de Acute Zorg expertise die je nodig hebt om beter te worden. Natuurlijk vindt dat weer plaats in het Jaarbeurs complex in Utrecht, waar we je al 30 jaar een gezellige en warme ontvangst geven. Dit jaar doen we dat voor het eerst in de mooie Polar Zaal met high tech voorzieningen en verrassende voordrachten. Het mooie is dat je door Venticare te bezoeken je accreditatiepunten voor het kwaliteitsregister gemakkelijk bij elkaar krijgt. Met de combinatie Live en Experience haal je in 1 jaar al 24 van de 40 noodzakelijke punten die je in 5 jaar moet halen. Hoe doet Venticare dat allemaal? De stichting Venticare kan putten uit een lange en gedegen ervaring. Sinds 1986 ontwikkelt Venticare, op niet commerciële basis, voor jou producten die je helpen het verschil te maken tussen goede en uitmuntende zorg. Omdat we er niet zijn om geld te verdienen maar om jou beter te laten zorgen gaat het echt om de inhoud. We hebben een aantal tools ontwikkeld om je kennis te vergroten (Venticare Magazine, boeken, website), je netwerk uit te breiden (Venticare Live en Venticare Experience) en je te oefenen in de praktijk (?blended learning?, reanimatie competitie, kennisquiz). Het prachtig gestylde Venticare Magazine richt zich op alle verpleegkundigen in de Acute Zorg en vindt een steeds breder publiek.Professionals uit de praktijk werken dagelijks bij Venticare aan het verbeteren van deze producten, dat doen ze uit liefde voor hun vak, voor hun patiënten en voor hun collega?s. Ze willen dat jouw patiënten door de zorg die jij levert beter worden en zich beter voelen. Wij helpen je daar graag mee. Tot ziens op Venticare Live en Venticare Experience!

Peter van der VoortVoorzitter

De rol van de voedingsstatus van de patiënt in laboratoriumbepalingen: pseudohypernatriëmie

Auteurs:

W. van den Ancker1, I.A. Haagen1, P.H.J.  van der Voort2Hematologisch en klinisch chemisch laboratorium1 en Intensive care2, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam

Een patiënt met een  slechte voedingsstatus (met daarbij een laag albumine en totaal eiwit concentratie) heeft een klinisch ongunstigere prognose. Een minder bekende rol van een laag totaal eiwit en albumine is de invloed op de laboratorium bepalingen en het vinden van een foutief verhoogde natriumconcentratie met een chemieanalyzer. Afhankelijk van het type chemieanalyzer meet deze het natrium nadat er een 6-46x verdunning van het bloedmonster is gemaakt, dit is de indirecte methode. De gemeten uitslag wordt gecorrigeerd voor de verdunning waarbij er rekening wordt gehouden met het verdelingsvolume (cel- versus plasmavolume) waarin de elektrolyten zich bevinden, dit is 93%. Indien er sprake is van ondervoeding zal  het verdelingsvolume waarin de elektrolyten zich bevinden groter zijn dan 93% en zal de chemieanalyzer een foutief verhoogd natrium berekenen (zie figuur). Om dit in de praktijk te onderzoeken hebben we van 2336 patiënten de uitslagen van het natrium gemeten met de indirecte methode op chemieanalyzer (na een 1:31 verdunning) vergeleken met de directe methode (waarbij geen verdunning wordt gemaakt)op een bloedgasanalyzer.  Bij 198 patiënten (8.5%) werden hogere uitslagen gevonden (van 4 mmol/l of meer)  wanneer natrium werd gemeten met de indirecte methode (de chemieanalyzer) ten opzichte van de directe methode (de bloedgasanalyzer). Het verschil tussen de chemieanalyzer en de bloedgasanalyzer correleerde sterk met de eiwit en albumine concentratie. Concluderend kan worden gesteld dat het bepalen van het natrium met een bloedgasanalyzer een correcte interpretatie van het natrium bewerkstelligd en daarmee zorgt voor een goede instelling van de vochtbalans van ernstig zieke patiënten met een laag totaal eiwit en/of albumine concentratie.

 

 

Continue reading

Kinderen op bezoek op de Intensive Care

DoelstellingDuidelijke informatie opstellen om de verpleegkundige, ouder en het kind professioneel voor te bereiden op een bezoek aan de IC.MethodeVoor dit project werd een projectgroep opgericht bestaande uit drie IC-verpleegkundigen, onder leiding van een senior verpleegkundige en een leidinggevende.  Het project bestond uit vijf onderdelen: onderzoek naar best practices in andere ziekenhuizen, systematisch literatuuronderzoek, praktijkonderzoek middels enquête, ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal en implementatie hiervan op de afdeling.ResultatenUit literatuur blijkt dat een bezoek aan de IC bevorderlijk is voor een kind, het kind leert om te gaan met stressvolle situaties en leren hierdoor een gezonde copingstrategie aan. Wanneer het kind niet op bezoek mag komen is het overgelaten aan zijn fantasie, die veel angstaanjagender kan zijn dan de realiteit. Deze bevindingen worden bevestigd door de ervaring van de familiebegeleiders en werkgroepen van andere ziekenhuizen. In de  enquête gaven  verpleegkundigen aan dat er bezwaren en onzekerheden waren om kinderen toe te laten op de IC. Uiteindelijk resulteerde dit project in het ontwikkelen van drie verschillende producten als voorlichtingsmateriaal voor verschillende leeftijden, te bekijken op www.olvg.nl/ic. Om dit te implementeren wordt het team geschoold met medewerking van de kinderpsycholoog. Daarnaast is er een informatiefolder ontwikkeld.ConclusieEen bewezen succesvolle wijze van het voorbereiden van het kind is het gebruik van een informatieboekje (1,2)Wanneer families van te voren met het kind een informatieboekje kunnen doornemen, eventueel met begeleiding van een verpleegkundige, weet het kind wat er zal komen en kunnen vragen besproken worden. De angsten van het kind zullen hierdoor verminderen en het gesprek helpt het kind om te gaan met emoties.

 

Referenties1.) Hanley JB1, Piazza J., A visit to the intensive cares unit: a family-centered culture change to facilitate pediatric visitation in an adult intensive care unit. Crit Care Nurs Q. 2012 Jan-Mar;35(1):113-222.)Putre L., Seeing things through a child's eyes. ICU nurse eases anxiety and tension for children visiting their sick parents. Hosp Health Netw. 2009 Mar;83(3):12.

Hebben beademingsvormen invloed op de kwaliteit van slaap en duur van beademing?

DoelstellingDoel van het critically appraised topic (CAT) is een inventarisatie van het beschikbare wetenschappelijke bewijs naar  aanpassingen in de beademing om de slaap te bevorderen.P: Volwassen IC patiënten aan de mechanische beademingI: Pressure Support Ventilation (Spontaan, CPAP-ASB)C: Assist Control Ventilation (ook wel CMV/CSV genoemd) (IPPV, SIMV, BIPAP, DUOPAP)O: Duur beademing, optimale kwaliteit van slaap.

MethodeSystematisch literatuuronderzoek (november 2014) in PubMed onder begeleiding van een informatiespecialist. Exclusiecriteria: kinderen en neonatologie of onderzoek ouder dan tien jaar. De onderzoeken zijn beoordeeld met de Cochrane checklist.ResultatenDe search leverde 143 titels op. Twee gerandomiseerde onderzoeken (RCT?s)  bleken geschikt en zijn gebruikt voor de CAT (2,3). In de studie van Toublanc et al. lag de PSV groep gedurende het eerste deel van de nacht meer dan twee keer zo lang wakker als de ACV groep. Zie resultaten tabel 1.ConclusieMet Assist Control ventilation liggen patienten minder lang wakker  in vergelijking met Pressure Support ventilation.Commentaar en aanbevelingen  Er is geen onderzoek dat heeft gekeken naar de invloed van beademingsvormen op de kwaliteit van slaap in combinatie met de beademingsduur. De twee gebruikte onderzoeken zijn kleine trials met een geselecteerde patiëntenpopulatie waardoor de externe validiteit mogelijk beperkt is. De IC van het OLVG streeft ernaar de patiënten zo spoedig mogelijk te detuberen en hiermee de beademingsduur te verkorten. Er zou overwogen kunnen worden om patiënten tijdens het weanen in de nacht op ACV te zetten zodat zij een betere kwaliteit van slaap ervaren en hierdoor (mogelijk) ook meer energie hebben om overdag te weanen.

Auteur

Studietype &

participanten

Continue reading

Dorst bij beademde patiënten

DoelstellingHet doel van het critically appraised topic (CAT) is om een evidence based interventie te formuleren om dorst te bestrijden. De klinische vraag is ?Hoe kan dorst en droge mond het beste bestreden worden bij mechanisch beademde patiënten op een IC??

PICO: P: Mechanisch beademde IC patiënten I: Dorst interventiebundel C: Normale zorgO: Verminderen dorst en/of droge mond.MethodeSystematisch literatuuronderzoek (november 2014) in PubMed en de Cochrane onder begeleiding van een informatiespecialist met als inclusiecriterium gerandomiseerd onderzoek (RCT) of een systematisch review (SR). De geselecteerde onderzoeken zijn kritisch beoordeeld met de Cochrane checklist.ResultatenDe search leverde 169 titels op die allen zijn beoordeeld op geschiktheid voor inclusie. Eén RCT van goede kwaliteit was geschikt en is gebruikt voor de CAT (5). Zie tabel 1 voor de resultaten.ConclusieUit dit onderzoek blijkt dat een dorst interventiebundel bestaande uit ijskoud water spray, ijskoud water mondswabs en menthol lipbevochtiger de dorstintensiteit, dorsthinder en een droge mond bij intensive care patiënten significant verlaagt.AanbevelingenDe interventiebundel is in de klinische praktijk goed toepasbaar. De interventie is patiëntgebonden, niet duur, kost weinig tijd en makkelijk te gebruiken door de verpleegkundige of familie van de patiënt. De meeste patienten in het onderzoek waren niet beademd, terwijl de patienten op de IC van het OLVG meestal beademd worden.  Meer onderzoek bij beademde patienten is noodzakelijk.

 

Auteur datum

Patiënt groep

Continue reading

Krijgen familieleden die aanwezig zijn bij een reanimatie van een familielid op de ICU eerder klachten van posttraumatische stress (PTSS) dan familiel

DoelstellingDoel van dit critically appraised topic (CAT) is om te onderzoeken of de aanwezigheid van familieleden tijdens een reanimatie minder klachten van posttraumatische stress (PTSS) veroorzaakt in vergelijking met familieleden die niet aanwezig zijn.P: FamilieledenI: Aanwezig bij reanimatie van familielid op ICUC: Niet aanwezig bij reanimatie van familielid op ICUO: Posttraumatische stressMethodeSystematisch literatuuronderzoek (januari 2015) in PubMed onder begeleiding van een informatiespecialist. Exclusiecriteria: gereanimeerde kinderen, enquêtes onder verpleegkundigen of onderzoek ouder dan vijf jaar. De onderzoeken zijn beoordeeld met de Cochrane checklist.ResultatenDe search leverde 44 titels op. Twee artikelen, gebaseerd op één gerandomiseerde onderzoek (RCT) in Frankrijk,  bleken geschikt en zijn gebruikt voor de CAT (2,3). De reanimaties vonden plaats bij patienten thuis, op straat of op de SEH. Interventiegroep n= 266: structureel de mogelijkheid bieden om aanwezig te zijn bij reanimatie van een familielid, met geprotocolleerde begeleiding. Controlegroep n=304: niet structureel de mogelijkheid bieden om aanwezig te zijn en geen geprotocolleerde begeleiding. Uitkomsten: symptomen van PTSS 90 dagen en één jaar na reanimatie.90 dagen:N=233 uit de interventiegroep en n=242 uit de controlegroep hebben het onderzoek voltooid. PTSS interventiegroep: 64(27%) vs. PTSS controlegroep: 90(37%), p= 0.01.  N=342 familieleden hebben de CPR bijgewoond (interventiegroep + controlegroep). Bij n=289 familieleden (aanwezig) en bij n=186 familie-leden (afwezig)  is het onderzoek afgerond. Aanwezig: 78 (27%) PTSS. Niet aanwezig: 76 (41%), p= 0.01Een jaar:N=198 familieleden in de interventiegroep en n= 210 familieleden in de controlegroep hebben het onderzoek voltooid. PTSS interventiegroep 39(20%) vs. controlegroep 67(32%), p= 0.01. Eén jaar na reanimatie was er geen significant verschil in PTSS tussen wel of niet aanwezig.Conclusie en aanbevelingenUit onderzoek blijkt dat familieleden drie maanden na het bijwonen van CPR door ambulancepersoneel in thuissituatie, op straat of op de SEH minder klachten hebben van PTSS.Familieleden moeten  structureel het aanbod krijgen om een reanimatie bij te wonen en de  begeleiding hiervan moet geprotocolleerd worden. Er is geen literatuur over het bijwonen van een reanimatie op de ICU.Referenties

Sammy L, ` Attitudes of ED staff to the presence of family during cardiopulmonary resuscitation: a Trinidad and Tobago perspective` (2012)Jabre, P., Belpomme, V., Zoulay, E., et al `Family presence during cardiopulmonary resuscitation`(2013)Jabre, P., Tazarourte, K., Azoulay, E., et al `Offering the opportunity for family to be present during cardiopulmonary resuscitation: 1 year assessment`(2014),

 

Een evaluatie van communicatieve interventies om naasten op een Intensive Care afdeling te ondersteunen

Methode

Een cross-sectioneel vragenlijst onderzoek werd gebruikt om de ervaren kwaliteit van zorg voor (t1=2012) en na (t2=2013) de geïntroduceerde interventies te analyseren. Twee gelegenheidssteekproeven van naasten in vier verschillende IC´s van het Erasmus MC, een academisch ziekenhuis in Rotterdam, werden gebruikt met een totaal van 282 (t1) en 187 (t2) geïncludeerde respondenten. De recent ontwikkelde Consumer Quality Index ´Naasten op de IC' werd gebruikt voor beide metingen.

 

Resultaten 

De gegevens van 211 en 123 naasten (antwoordrespons 75% op t1 en 66% op t2) werden geanalyseerd. De twee groepen waren vergelijkbaar in leeftijd, opleiding, relatie met de patiënt, etnische achtergrond, en de eigen ervaren gezondheid. De tweede meting toonde significante verbeteringen onder andere met betrekking tot de informatieve en communicatieve aspecten. Het item 'Hadden de professionals aandacht voor wat u nodig had? ' steeg van 42% van de respondenten met 'altijd' of 'meestal' (t1) naar 80% (t2). 

Continue reading

Strategie bij diarree op de Intensive Care

DoelstellingIs het mogelijk een standaard op te stellen om acuut optredende diarree bij IC-patiënten te behandelen?MethodeEen deskundigheidspanel heeft het optreden van acuut optredende diarree bij IC-patiënten bestudeerd en middels consensus bijeenkomsten is een document opgesteld met een flowchart om dit probleem te behandelen. ResultatenIn deze studie hebben we het probleem gedefinieerd en tevens de praktische uitdagingen benoemd. De beschrijving en het opstellen van de flowchart zijn gepubliceerd in het ?Journal of the intensive care society? (2).ConclusieHet is mogelijk gebleken een flowchart op te stellen naar aanleiding van de beschikbare literatuur en de mening van deskundigen in de behandeling van diarree. AanbevelingNaar aanleiding van de beide studies is het gebruik van de flowchart nog niet in een studie vergeleken. Dat zou een aanleiding voor een nieuwe studie kunnen zijn, bijvoorbeeld werken volgens deze flowchart of zonder en dan de verschillende parameters op het gebied van het optreden van complicaties bestuderen. Referenties1. Garcia Christina et al: ?Prevalence, management end clinical challenges associated with acute faecal incontinence in the ICU and critical care settings?: Intensive and critical care nursing; 2012,2B, 242-250.2. Garcia Christina, Binks Rachel, Vaes P et al: "Expert recommendations for managing acute faecal incontinence with diarrhoea in the intensive care unit"; Journal of the Intensive Care Society as a supplement to the Volume 14, Number 4, October 2013 issue.

Is er een verschil in frequentie van herpositioneren van beademde IC patiënten op de twee verschillende matrastypen op de IC van het Elisabeth Ziekenh

DoelIs er een verschil in frequentie van de herpositioneer-bewegingen tussen de twee verschillende matrastypen die gebruikt worden op de IC van het Elisabeth Ziekenhuis Tilburg?MethodeSingle center observationele studie, twee maal 24 uur op  intensive care.ResultaatEr zijn geen belangrijke verschillen tussen de verschillende matrastypen in het herpositioneren van de patiënten. De grootste piek in het herpositioneren lag rond de verzorgingsmomenten, rond acht uur ?s-morgens en acht uur in de avond.  Door de observatieteams en het informeren van de verpleegkundigen is de aandacht en besef voor het herpositioneren van de patiënten toegenomen. ConclusieDe pilot studie en uiteindelijke studie hebben niet direct tot bruikbare resultaten in de keuze voor een matras-type geleid. AanbevelingDe aandacht voor het herpositioneren van patiënten die in een ongemakkelijke houding in bed liggen kan vergroot worden door hier meer aandacht voor te hebben. Door het toevoegen van meer parameters kan het onderzoek beter vorm gegeven worden, bijvoorbeeld door de decubitus-prevalentie en de delier registratie mee te nemen.