Margo van Mol is Intensive Care-verpleegkundige in het Erasmus MC. Daarnaast is zij psycholoog en wetenschappelijk onderzoeker. Samen met professionals uit het Kennemer Gasthuis en het Gelderse vallei ziekenhuis nam zij deel aan een samenwerkingsproject (ondersteund vanuit het Lectoraat Acute Intensieve Zorg van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen) betreffende de familie-begeleiding op de IC. Uit dit samenwerkingsverband vloeide een mooi vervolg voort: de kerngroep Family Centered Intensive Care, die het perspectief van patiënt en naaste landelijk nog verder wil uitwerken en als leidraad nemen. Ook hierin is Margo actief. We vroegen haar naar haar drijfveren en naar het belang van Family Centered Intensive Care, in het Erasmus Medisch Centrum en op landelijk niveau.
Margo, je bent lid van het kernteam Family Centered Care in het Erasmus MC. Wat streven jullie na?
We willen de opvang en begeleiding van naasten op de intensive care (IC) in het Erasmus MC verder onder de aandacht brengen van IC-professionals, dus de bewustwording vergroten bij verpleegkundigen en artsen, door middel van verbeterprojecten. We zijn bijvoorbeeld begonnen met een intakegesprek met de directe naaste om algemene informatie te geven en hun behoeften te peilen op psychosociaal gebied. En daar vervolgens ook echt iets mee te doen. Momenteel zijn we bezig om materiaal te ontwikkelen om kinderen voor te bereiden op een bezoek aan hun familielid zoals vader of moeder tijdens de IC-periode.
Hoe begon voor jou zelf het idee van betere begeleiding op de IC te leven?
Ik merkte al vanaf mijn beginperiode als IC-verpleegkundige dat juist het contact met de naasten voor mij een stukje extra voldoening gaf. Uitleg aan hen geven, het gesprek aangaan over de situatie nu of over wat ze nog konden verwachten, gaf mij een goed gevoel. Daarin kon ik echt iets betekenen voor ´de ander´, iets dat minder zichtbaar was in de zorg voor de zo heel zieke en gesedeerde patiënt. Na het doormaken van een intensieve privé situatie zag ik ineens, of opnieuw, de radeloosheid, de onzekerheid en de angst in de ogen van de naasten. Het was precies die kwetsbaarheid waarvoor ik zelf een stapje extra wilde doen. Gelukkig had ik een aantal collega´s die mijn oorspronkelijke ideeën herkenden en wilden ondersteunen. Ik heb steeds benadrukt, en dat vind ik nog steeds, dat er al heel veel goede individuele begeleiding plaats vindt op onze IC. Dat hoorde ik ook vaak terug in gesprekken met naasten. Om die ondersteuning op een meer structurele manier vorm te geven, meer uniform aan te pakken, dat was het doel van ons eerste project.
Je hebt ook onderzoek gedaan naar de behoeften/ervaringen van familie, wat waren de belangrijkste dingen die daaruit naar voren kwamen?
Dat was voor ons als professionals nogal verrassend. Want het waren heel concrete punten, zoals informatie over parkeren, informatie over de maaltijdvoorzieningen in het ziekenhuis en informatie over het bijhouden van een dagboek tijdens de IC-periode waar we in het Erasmus MC de grootste verbeteringen konden behalen. Het was fijn om te zien dat de resultaten met betrekking tot eerste opvang op de IC en de communicatie met de verpleegkundigen en artsen als (heel) goed ervaren werden door de naasten.
Hoe hebben jullie daar op ingespeeld, wat heb je aangepast?
We hebben een checklist ontwikkeld met onderwerpen om tijdens het intakegesprek aan de orde te laten komen. Als het ware een geheugensteuntje, en daar staan dus ook het parkeren en de maaltijdvoorzieningen op. Daarnaast is het de aanleiding geweest om de schriftelijke informatie die we al hadden nog eens goed te bekijken. Samen met het al bestaande dagboek en de nieuwe informatiegids (van ICU-steps vertaald door Trudi Boeter, getiteld: ?Intensive Care, een gids voor patiënten en hun naasten?) is dit in een prachtig mapje samengevoegd.