Winkelmand

Jouw winkelmand is leeg

Artikelen

Brandveiligheid op de Intensive Care

Redactie

Auteur

Redactie

18 mei 2013

Meer artikelen

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Bij het aanmelden ga je akkoord met onze Privacy Policy

Brand op de IC
Wat gebeurt er wanneer je als verpleegkundige een brand ontdekt op de IC en daarvan melding doet? De brandweer is er niet direct, wat wordt er van je verwacht? De aanrijtijden van de brandweer naar ziekenhuizen zijn bekend, ze moeten tussen de zes en acht minuten ter plaatse zijn. Je hebt de brandweer dan nog niet op de afdeling. Eerst moeten zij naar het juiste gebouw, dan naar de juiste afdeling en uiteindelijk naar de juiste kamer, de plek waar de brand is. Eenmaal ter plaatse moeten zij geïnformeerd worden over de situatie. Op basis van deze informatie bepaalt de bevelvoerder of er verder ontruimd moet worden, slachtoffers gered moeten worden of dat er eerst geblust moet worden. De benodigde tijd voor bovenstaand scenario kan makkelijk oplopen tot een delay van twaalf tot vijftien minuten. Het is dus van essentieel belang dat, alvorens de brandweer er is, het aanwezige IC-team begint met het bestrijden van de brand en de eventuele evacuatie en daarin getraind is. In alle ziekenhuizen speelt hierbij ook de bedrijfshulpverlening een belangrijke rol.

Wat doet de bedrijfshulpverlening?
De zorg van werkgevers voor de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers is geregeld in de arbeidsomstandigheden Wet. In deze Wet wordt het verlenen van deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening geregeld. Alle bedrijfshulpverleners van een organisatie vormen samen de BHV-organisatie. Sinds 1994 is bedrijfshulpverlening in organisaties wettelijk verplicht en heeft ieder ziekenhuis een eigen bedrijfshulpverleningsorganisatie (BHV). De taken van de BHV zijn: 1) het verlenen van eerste hulp bij ongevallen; 2) het beperken en bestrijden van een beginnende brand; 3) het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere mensen in het gebouw. Weet je wie er BHV?er zijn in je eigen team en in welke diensten zij aanwezig zijn?

Wat wordt er van je verwacht bij brand?
Een van de eisen die gesteld zijn aan gebouwen waar intensieve zorg wordt verleend, is dat een brand binnen een minuut na ontstaan ontdekt moet kunnen worden.(3) Rookmelders zijn daarom verplicht voor gebouwen waar zorg wordt verleend. Een rook- melder genereert een automatische alarm, waar weer andere automatische waarschuwingssystemen aan gekoppeld kunnen zijn, zoals de bedrijfshulpverlening en de brandweer. Als je een brand ontdekt, druk je het ruitje van een handbrandmelder in, waardoor de meldkamer (of in kleine instellingen bijvoorbeeld de portier of een andere centrale functie) en de brandweer gealarmeerd worden. Hiermee bevestig je het automatische alarm van de rookmelder en geef je aan dat er echt brand is. Vervolgens bel je een centraal alarmnummer om door te geven waar de brand is, wat er in de brand staat, hoe groot de brand is en of er personen en of gevaarlijke stoffen bij betrokken zijn. De meldkamer zal de melding doorgeven aan de brandweer en de BHV?ers. Een andere eis is dat binnen twee minuten na het melden van de brand op een intensive care twee BHV?ers op een patiëntenkamer of -zaal aanwezig moeten zijn.(4) Ondertussen moet je als aanwezig team beslissen of de zuurstof bij een bed of kamer afgesloten moet worden, maak je de omgeving rond de brand vrij door eventueel het bed op- zij te duwen en brandbaar materiaal weg te trekken en probeer je de brand te blussen. Het is belangrijk dat de ramen en deuren gesloten worden om verspreiding van rook tegen te gaan. Als de BHV?ers en/of de brandweer arriveert volg je hun orders op. Een volgende eis is dat binnen vier minuten na het melden van de brand de patiënt uit de bedreigde patiënten- kamer is en dat 15 minuten na alarmering van de BHV de patiënten uit het bedreigde brandcompartiment van de afdeling zijn gehaald en overgebracht zijn naar een veilige plaats.(3) Een brandcompartiment is de ruimte tussen twee (klap)deuren die automatisch sluiten in het geval van een brandalarm en moeten voorkomen dat de brand zich kan uitbreiden en rook zich over de hele afdeling verspreid. Op een IC waar bijna alle patiënten worden ondersteund in hun vitale functies is het heel belangrijk om te trainen wanneer een compartiment bedreigd wordt en of (een deel van) de patiënten aan de beademing kan blijven liggen of direct geëvacueerd moet worden. Daarnaast is de beperkte tijd van evacueren een belangrijk onderdeel om te trainen.

Evacuatie van patiënten
Een snelle evacuatie van IC-patiënten stelt hele hoge eisen aan het IC-team. Er moeten vooraf duidelijke afspraken gemaakt worden hoe en wanneer je als verpleegkundige de zuurstof af moet sluiten en wanneer je direct moet starten met evacueren.(4) Het kost tijd om de aan de patiënt verbonden apparatuur los te koppelen en/ of over te schakelen op een manuele vorm van ondersteuning (bijvoorbeeld handbeademing) en je moet weten hoe je snel aan ?extra handen aan het bed? kunt komen. Keuzes moeten worden gemaakt: welke patiënt gaat eerst; wat koppel je eerst af, wat als laatst; ga je met of zonder bewakingsmonitor, met of zonder zuurstof op pad; en vooral ook waar ga je heen met de patiënten? Deze noodsituaties zijn te complex om het op het moment zelf te laten aankomen.(5,6) Iedere verpleegkundige en arts van de IC zou hierin getraind moeten zijn. Een goede training besteedt voldoende aandacht aan de persoonlijke veiligheid, je leert omgaan met blusmiddelen en je wordt getraind in het maken van keuzes met betrekking tot het afsluiten van zuurstof, triage en het evacueren van patiënten onder diverse omstandigheden.

Triage van patiënten
Het triageren van patiënten is een medische taak. Bij afwezigheid van een arts zal deze taak door een verpleegkundige moeten worden uitgevoerd. Triage wordt uitgevoerd op basis van de geldende richtlijn. Het belang van deze richtlijn is dat het onderbouwing geeft voor de te maken keuzes en hiermee de triage objectiveert. Het uitgangspunt van triage tijdens brand, is de patiënten die letterlijk naast de vlammen liggen eerst te evacueren. Vervolgens worden als eerste de patiënten met de beste overlevingskans geëvacueerd om te eindigen met de patiënten met de slechtste overlevingskans.(6-8) Overlevingskans is een combinatie van prognose en vervoer- baarheid van de patiënt. Het risico van transport moet worden afgewogen tegen het risico van de brand voor iedere patiënt. Hoewel het doel is om iedere patiënt te redden mag dit niet ten koste gaan van de eigen veiligheid.

Het trainen van IC­-personeel in brand en ontruiming
Ontruimingsoefeningen zijn verplicht volgens de Arbowet. Een ontruimingsoefening is niet alleen een test of het ontruimingsplan functioneert en een mogelijkheid om het plan te verbeteren. Het is ook een training in keuzemomenten en verantwoordelijkheden tijdens een brand.

De training van IC-personeel is anders dan voor de ?gewone? verpleegafdeling. De omstandigheden waaronder IC-patiënten geëvacueerd moeten worden zijn complexer. Het is niet altijd mogelijk om een patiënt direct te verplaatsen zonder dat je deze patiënt in een levensbedreigende situatie brengt. Het branden ontruimingsplan wordt geoefend door een evacuatie op de IC te simuleren. De oefeningen kunnen gedaan worden met LOTUS-slachtoffers en/of poppen die zijn aangesloten aan beademings- en/of andere apparatuur waardoor het leereffect groter zal zijn.(4) Aan de hand van casuïstiek kan triage, de wijze van loskoppelen en de noodzakelijke opvang op andere afdelingen geoefend worden. Een belangrijk onderdeel van de training is ook het leren omgaan met de verschillende blusmiddelen en de aandacht voor eigen veiligheid. Tijdens een brand moet je voortdurend bewust zijn van het gevaar dat je loopt. Aandachtspunten tijdens de training zijn (vragen die je moet stellen):

? Wanneer kan ik wel of niet een ruimte waar brand is betreden?
? Hoe kan ik deze ruimte veilig betreden?
? Waar en hoe kan ik snel de zuurstof afsluiten?
? Hoe moet ik blussen en welke blusmiddelen moet ik gebruiken?
? Wat is het gevaar van rook en giftige dampen?

Een evaluatie van de oefening moet antwoord geven op de volgende vragen:
? Werkt het brand- en ontruimingsplan in de praktijk?
? Werken de technische voorzieningen correct?
? Welke knelpunten kwamen we tegen? 
Hoe snel kun je evacueren?
? Hoe snel en waar zijn de opvang plekken geregeld?
? Was de methode om patiënten los te koppelen voor iedereen duidelijk?
? Was er voldoende accucapaciteit bij meegenomen apparatuur?
? Was duidelijk waarom en hoe de triage werkte?
? Kwam er assistentie van andere afdelingen?

Brand_op_de_IC2.jpg

Het brand­- en ontruimingsplan
De leidraad voor deze trainingen is het brand- en ontruimingsplan van je eigen afdeling. Met behulp van het brand- en ontruimingsplan moet je de volgende vragen kunnen beantwoorden:
? Hoe word ik gewaarschuwd bij brand?
? Wie moet ik zelf waarschuwen bij brand en hoe doe ik dat?
? Wat moet ik doen en in welke volgorde?
? Wie heeft de leiding in welke diensten?
? Wie is verantwoordelijk voor welke taken?
? Hoe en waar kan ik snel opvang plekken en extra handen regelen?
? Wat zijn de afspraken over het los koppelen van patiënten?
? Wat zijn de richtlijnen voor triage?

Brandpreventie en brandveiligheid op de IC
De IC wordt gekenmerkt door het intensieve gebruik van een verscheidenheid aan elektrische apparaten. In ieder elektrisch apparaat kan door kortsluiting en oververhitting brand ontstaan. Voorkom situaties waarbij verhitting ontstaat in apparatuur. Let op voldoende ventilatie en leg geen textiel of ander materiaal op apparatuur. Berucht zijn stofnesten op in gebouwde apparatuur als oorzaak van brand.
Alle apparaten, inclusief slangen voor gassen en aansluitstukken, dienen periodiek gecontroleerd te worden door de instrumentele dienst (kwaliteitsborging medische apparatuur). Aanwezigheid van zuurstof vergroot het brandrisico. Iedere combinatie van zuurstof en apparaten die een vonk kunnen veroorzaken is een potentieel risico. In de praktijk blijkt er altijd zuurstof vrij te komen bij beademing of reanimatie. Alle medewerkers op de IC-afdeling moeten weten hoe en waar de medische gasvoorzieningen op hun afdeling afgesloten kunnen worden.(9) Lekkende zuurstofcilinders of zuurstofapparatuur dienen onmiddellijk van de afdeling verwijderd te worden. Brandveiligheid valt of staat ook met eenvoudige zaken, zoals zorgen dat de gangen op de afdeling (vluchtwegen) altijd vrij zijn en niet geblokkeerd worden door bedden, wasgoed, voorraadkarren en/of apparaten. Deuren die bij brand automatisch sluiten mogen niet geblokkeerd worden of vastgezet zijn door wiggen, etc. Brandbare vloeistoffen zoals alcohol en jodium, stoffen die gemorst worden of die vrijkomen als er een fles stukvalt, veroorzaken dampen die in combinatie met elektrische apparatuur brand kunnen veroorzaken. Het koelen van patiënten met doeken of gaas gedrenkt in alcohol is altijd verboden. Kleine voorraden en onbreekbare verpakkingen verkleinen het risico. De meeste winst valt te behalen in het voorkomen dat er een brand uitbreekt of voorkomen dat een situatie zich zo kan ontwikkelen dat de patiënten geëvacueerd moeten worden.

Organisatie van brandveiligheid
In een ziekenhuis is er altijd een risico op brand. De organisatie is verantwoordelijk voor regelmatige inspectie en het testen van de brandveiligheidssystemen zoals de rookmelders en de handbrandmelders, blusapparatuur, automatisch sluitende deuren, aanduidingen van vluchtroutes en communicatiesystemen. De afdeling is zelf verantwoordelijk voor het updaten en testen van het eigen brand en ontruimingsplan en de geplande vluchtroutes. Het organiseren van onderwijs en training over evacuatie van patiënten, triage en het gebruik van blusmiddelen is de verantwoordelijkheid van zowel de afdeling als de BHV-organisatie van de instelling.
Het geheel van inspecties, testen en oefeningen moet worden geregistreerd. De uitkomsten moeten geëvalueerd worden, zodat niet goed functionerende onderdelen herzien kunnen worden. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid voor brandveiligheid bij ons allemaal. Deze begint bij preventie, het op de hoogte zijn van de afspraken met betrekking tot brand en ontruiming en weten hoe je de beschikbare blusmiddelen moet gebruiken.

Literatuur
1. Brandveiligheid zorginstellingen kan vaak eenvoudig en snel beter. (http://www.vrominspectie.nl/onderwerpen/bouwen/brandveiligheid)
2. IbMZ Incidentenbeheersing management Zorginstellingen. (www.brandveiligheidindezorg.nl/ibmz)
3. Brandveiligheidsvisie gezondheidszorg. (http:// www.veiligezorgiederszorg.nl/speerpunt-vms/ brandveiligheid)
4. Ridley SA, Parry g. (1998) guidelines for fire safety in the intensive care unit. Intensive Care Society.
5. Carey Mj. Smoked out: Emergency evacuation of an ICu. AjN 2007;107(9):54-7.
6. Murphy gRf, foot C. ICu fire evacuation prepa- redness in Londen; a cross-sectional study. british journal of Anaesthesia 2011;106(5):695-8.
7. Evacuation planning for hospitals. (2006) Conti- nuum Health Partners.
8. Sánchez-Palacios M, Lorenzo Torrent R, Santana- Cabrera L, et al. Evacuation plan of an intensive care unit: a new quality indicator? Med Intensiva. 2010;34(3):198-202.
9. Onderzoeksrapport Twenteborg. (http://www. igz.nl)

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van je vak.