Een groep van 60 oud-artsen heeft bij de Tweede Kamer gepleit om in elke ROAZ-regio één of twee ziekenhuizen als calamiteiteninstelling aan te wijzen. Dit deden zij in een reactie op het in juni verschenen rapport van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) en de overheidsreactie hierop.  

Het rapport van het LNAZ beschrijft hoe de IC-capaciteit structureel verhoogd moet worden om te voorkomen dat bij een nieuwe coronapiek de reguliere zorg stilvalt. Maar er mist een oplossing voor het personeelstekort dat IC-uitbreiding juist bemoeilijkt, vindt de groep artsen. Ook vergt de gekozen oplossing een groot financieel risico van de ziekenhuizen wanneer ze allemaal hun IC-capaciteit moeten verhogen. Als de extra bedden niet voldoende benut worden door het personeelstekort, krijgen zij ook minder vergoeding van de zorgverzekeraars. Voor een opschaling tot 1700 of zelfs 3000 bedden wil de groep dat er één of twee calamiteitenziekenhuizen worden aangewezen. Dat zouden vooral kleinere ziekenhuizen moeten zijn waar alleen poliklinische behandelingen plaatsvinden. Deze ziekenhuizen kunnen bij een calamiteit snel beschikbaar zijn. Niet alleen tijdens een coronapiek, ook tijdens een andere pandemie of incident. Bijkomend voordeel is dat sluiting van kleinere ziekenhuizen op deze manier voorkomen kan worden. De overheid zou daarnaast voor de ziekenhuizen een beschikbaarheidsbijdrage moeten regelen. Verder zou er een reservistenpool van (uitgetreden) zorgmedewerkers moeten komen die met een jaarlijkse na- of bijscholing in zo'n ziekenhuis kunnen werken. Personeel dat in deze ziekenhuizen werkt, zou bovendien een gevarentoeslag of aanvullende levensverzekering moeten krijgen.