Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Bij het aanmelden ga je akkoord met onze Privacy Policy
Stel je eens voor: één grote beroepsvereniging voor heel de Acute Zorg, voor alle werknemers, disciplines en specialisaties. En aan het hoofd daarvan bovendien een verpleegkundige. Een utopie? Welnee, niet in Amerika. Maak kennis met professor Ruth Kleinpell, president van de Society of Critical Care Medicine (SCCM).
Tekst: Rowena den Ridder
Fotografie: Glenn Cornelisse
De hoogleraar is even overgekomen vanuit de Verenigde Staten om te spreken op het congres Nursing Leadership in the ICU. Een symposium georganiseerd door de Intensive Care van het Erasmus MC. Venticare Magazine sprak op die gelegenheid met haar. Nee, ze heeft geen jetlag, en nee, ze hoeft ook geen koffie, want die drinkt ze niet. De taxi die buiten met draaiende motor staat te wachten deert haar weinig. Kalm, efficiënt en weloverwogen, beantwoordt Kleinpell de vragen. In tegenstelling tot Amerika waar de Society of Critical Care Medicine de belangen van álle beroepen in de Acute Zorg vertegenwoordigt, is het in Nederland nog maar een ouderwetse verzuilde boel. Een vereniging voor IC-verpleegkundigen, een voor SEH-artsen, weer een andere voor hart en vaat verpleegkundigen. De SCCM heeft 16.000 leden en hanteert als hoofddoel kwaliteitsbevordering en bewaking van alle ernstig zieke patiënten. Verpleegkundige Ruth Kleinpell (55) is sinds 2017 president van deze gigantische organisatie. “Al die beroepsgroepen vormen één team binnen de vereniging. Om die reden weerspiegelt de SCCM hoe het er in de praktijk in de Acute Zorg uitziet. Eén gezamenlijke organisatie voor de Acte Zorg brengt alleen maar voordelen met zich mee. Samen komen we op voor de belangen van de verschillende beroepsgroepen. Een ander voordeel is de diversiteit aan opinies en kennis die bij elkaar komen en de mogelijkheden om je netwerk uit te breiden. Maar het belangrijkste voordeel vind ik de samenwerkingen die ontstaan tussen mensen uit de verschillende disciplines in de Acute Zorg.”
Cruciale rol voor verpleegkundige
De gezamenlijke beroepsvereniging biedt juist voor verpleegkundigen veel voordelen, weet Kleinpell. Ze somt op: “Een betere positionering van het verpleegkundig beroep, legio mogelijkheden voor ontwikkeling in de verpleegkundige carrière en scholing, een grote diversiteit aan banen het faciliteren van wetenschappelijk onderzoek, een uitgebreid netwerk, het bijwonen van congressen en symposia én het ontwikkelen van verpleegkundig leiderschap. Vooral dat laatste is een van Kleinpell’s stokpaardjes. “Juist in de Acute Zorg zullen er nieuwe rollen en functies gaan komen voor verpleegkundigen. Niemand weet precies wat er over tien jaar in de Acute Zorg speelt, maar één ding weten we wel: de patiënt van de toekomst gaat steeds intensievere zorg nodig hebben. Acute Zorg verpleegkundigen spelen daarin een cruciale rol. Ik denk daarbij aan de implementatie en ontwikkeling van zorgprogramma’s en zorgmodellen. Verpleegkundigen zullen nog meer het verschil maken in de kwaliteit van zorg voor de acuut en ernstig zieke patiënt. Uitgebreid wetenschappelijk onderzoek heeft inmiddels bewezen dat dit zelfs terug te vinden is in de mortaliteitscijfers.”
Bachelor, master én PhD
Zoals zovelen kwam ook Kleinpell al tijdens haar middelbare school periode in aanraking met de gezondheidszorg. “Een heel geijkt verhaal, maar toen ik als high school leerling vrijwilligerswerk deed in een ziekenhuis, besloot ik om verpleegkundige te worden. Vooral het menselijk aspect van de zorg trok me, meer dan het medische. Na het afronden van de basisopleiding begon de Acute Zorg al aan me te trekken. Ik ging werken op een zogeheten Step-Down Unit (Medium Care, red.), waar vanuit ik uiteraard vaak op de IC kwam om mensen over te plaatsen. Het werk op de IC intrigeerde me enorm; na een dienst meegelopen te hebben, was mijn keus gemaakt. Binnen twee jaar kon ik op de IC aan de slag. Na jaren als IC-verpleegkundige te hebben gewerkt, ging Kleinpell terug naar school. Naar de University of Illinois, voor haar bachelor, master én PhD. Daarna koos ze ervoor om les te gaan geven. Nog weer later werd ze benoemd als hoogleraar aan de School of Nursing aan twee universiteiten, een in Chicago en een in Nashville. Daarnaast werkt ze nog steeds een beperkt aantal uren op een IC. “Om mijn bevoegdheden op peil te houden, voeling te houden met de praktijk en om het contact met patiënten en familieleden te behouden.”
Belangrijkste boodschap
De Amerikaanse ontwikkelingen rondom de positionering van het verpleegkundig domein kent veel overeenkomsten met die van de Nederlandse situatie. Kleinpell: “Ook in de Amerikaanse gezondheidszorg streeft men ernaar dat verpleegkundigen in de toekomst minimaal op bachelor-niveau opgeleid zijn. Nu geldt dat nog maar voor een deel van hen. Ik heb begrepen dat dat in Nederland momenteel ook het geval is en dat er reorganisaties van het opleidingsniveau gaande zijn. Dat speelt momenteel dus ook in de Verenigde Staten.” De belangrijkste les die de hoogleraar aan haar studenten meegeeft is het leven-lang-leren principe. Ook al een overeenkomst met Nederland. “Om je deskundigheidsniveau op peil te houden, dien je je jezelf als verpleegkundige continu bij te scholen. Gelukkig wordt dat ook vanuit de universiteiten en ziekenhuizen enorm gestimuleerd. Maar het moet ook vanuit de verpleegkundigen zelf komen. Dat is denk ik de belangrijkste boodschap die ik mijn studenten vanaf dag één meegeef.”
‘Onderzoeksvirus’
Naast haar werk als hoogleraar, de functie van president van de SCCM én haar werk als IC-verpleegkundige, besteedt Kleinpell ook nog tijd aan het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Een passie die begon bij haar eigen masterscriptie. Die ging over het peilen van de behoeften van familieleden van IC-patiënten. “Op dat moment kreeg het ‘onderzoeksvirus’ me in zijn greep. Helaas besteden de basis- en bacheloropleiding voor verpleegkundigen nauwelijks nog aandacht aan het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. En dat is jammer. Want de consequentie is dat nog maar weinig Amerikaanse verpleegkundigen zich op individueel niveau bezig houden met onderzoek. Velen vinden het lastig. Onderzoek verrichten in teamverband is gelukkig wél populairder. Onze ziekenhuizen stimuleren wel dat verpleegkundigen onderzoek verrichten. Zij voeren het beleid dat er in ieder onderzoeksteam minstens één verpleegkundige moet zitten. Onder meer om onderzoekservaring op te doen.” Wat Kleinpell zelf in de nabije toekomst onderzocht zou willen zien? “Ik ben zeer benieuwd naar de perceptie van patiënten en hun familieleden op het beroep van Verpleegkundig Specialist. Hoe kijkt de patiënt tegen de Verpleegkundig Specialist aan? Daar weten we tot nu toe nog te weinig van.”
Veel vlieguren
Hoe is Kleinpell opgeklommen tot de ambitieuze positie van president van de grootste beroepsvereniging voor Acute Zorg medewerkers? Een positie die tot voor kort alleen was weggelegd voor artsen? “Ik ben al jaren lid en zet me ook al jarenlang actief in voor verschillende commissies en projecten. Na negen jaar actief lid te zijn geweest, besloot ik om me verkiesbaar te stellen voor het bestuur van de organisatie. Afhankelijk van de verdiensten binnen de vereniging en de projecten waar je een bijdrage aan hebt gedragen, wordt ieder jaar vanuit het bestuur een nieuwe president gekozen. Vorig jaar viel mij de eer de beurt. Ze kozen mij. Al met al heb ik heel wat vlieguren moeten maken voordat ik president werd. Ik ben de derde verpleegkundige die deze functie vervult, tegenover 43 artsen, die mij voor gingen. Het is voor een periode van één jaar, dus binnenkort wordt er weer een nieuwe president gekozen. We weten nu al wie dat wordt (Jerry Zimmerman, PICU-arts van het Seattle’s Children’s Hospital, red.). Mijn laatste taak wordt het soepel overdragen van taken en bevoegdheden.”
Wie is Ruth Kleinpell?
Professor Ruth Kleinpell is getrouwd en moeder van een zoon. Ze werd in 1960 geboren in de Amerikaanse staat Ohio. Daar volgde ze een algemene opleiding verpleegkunde. Ze specialiseerde zich in Chicago tot Acute Zorg-verpleegkundige en begon op de IC te werken. Het behalen van een bachelor, master en PhD leidden tot een betrekking als hoogleraar op de verpleegkunde-faculteiten van Rush en Vanderbilt University. Voor eerstgenoemde geeft ze ook directie aan het Center of Clinical Research and Scholarship. Ze was negen jaar actief in het bestuur van de Society of Critical Care Medicine (SCCM). Van februari 2017 tot februari 2018 was zij voorzitter van deze organisatie. Verder is Kleinpell wetenschappelijk onderzoeker. Eerdere publicaties van haar gingen over de rol en bevoegdheden van Acute Zorg-verpleegkundigen, de prestaties van verpleegkundig-specialisten, de levenskwaliteit van ouderen en telehealth. Daarnaast werkt Kleinpell ook nog steeds in de praktijk. Onder andere om haar licentie te behouden draait zij enkele diensten per week in het Lincoln Park Urgent Care Center, een kliniek van het universiteitsziekenhuis van Rush. Voor haar bijdrage aan de verpleegkunde ontving Kleinpell verschillende prijzen. Waaronder de Lifetime Achievement Award van de National Organization of Nurse Practitioner Faculties in 2017. In haar vrije tijd zwemt, sport en reist zij graag.
Wat is de Society of Critical Care Medicine?
De SCCM vertegenwoordigt als enige beroepsvereniging ter wereld alle beroepen binnen de Acute Zorg. De organisatie zet zich in voor een hoge kwaliteit van de zorg voor kritisch zieke en gewonden patiënten. Dit door aandacht te besteden aan educatie en wetenschappelijk onderzoek. De SCCM is opgericht in 1970 en uitgegroeid tot een organisatie met circa 16.000 leden afkomstig uit meer dan honderd verschillende landen. De SCCM is gevestigd in de Verenigde Staten.
Verpleegkundig leiderschap in Nederland
Maud Heinen werkt als senior wetenschapper Verplegingswetenschap in het Radboudumc en heeft meegewerkt aan de totstandkoming van het boek: Verpleegkundig leiderschap. Ook zij is een enthousiast voorstander. “Verpleegkundig leiderschap is de bewustwording van alle verpleegkundigen van de rol en verantwoordelijkheden die zij hebben in hun vak. Het is het zichtbaar maken van het verpleegkundig domein en de waarde die verpleegkundigen toevoegen aan de patiëntenzorg en dat bovendien weten te verbeteren. Daarbij dien je jezelf voortdurend af te vragen hoe je de patiëntenzorg verbetert. “Verpleegkundig leiderschap is volgens Heinen niet alleen weggelegd voor leidinggevende verpleegkundigen. “Integendeel, dat kan op ieder niveau en kan door mbo, hbo, universitair en postuniversitair geschoolde verpleegkundigen beoefend worden.”
Nurse-sensitive outcome
Tijdens het hele ziekteproces van een patiënt zijn er diverse cruciale punten waar verpleegkundigen het verschil kunnen maken, vervolgt Heinen. ” Denk aan onder andere infectiebestrijding, ondervoeding, valincidenten, patiëntparticipatie, delier, opnameduur en heropnames. Belangrijke zaken die gevoelig zijn voor verpleegkundig handelen, de zogeheten nurse-sensitive outcomes. Het systematisch ontwikkelen en evalueren van essentiële basiszorg of interventies.”
Verpleegkundig leiderschap is momenteel volop in ontwikkeling in Nederland, volgens Heinen. “Gelukkig krijgt het onderwerp steeds meer aandacht van ziekenhuizen en zorginstellingen. Zij denken samen met Verpleegkundige Adviesraden actief na hoe zij dit kunnen stimuleren. Ook tijdens de diverse verpleegkundige opleidingen wordt het steeds meer een aandachtspunt.”
Politiek leiderschap
Verpleegkundig leiderschap zal door iedere verpleegkundige een andere invulling krijgen. Heinen: “Bij de een zal het accent liggen op klinisch leiderschap. Bij een tweede op professioneel leiderschap, bij weer een andere verpleegkundige op organisatorisch niveau en de laatste zal zich weer meer aangesproken voelen door beleid en politiek leiderschap. Wat zeker is, is dat we nog een hele weg te gaan hebben, maar dat verpleegkundig leiderschap volop in ontwikkeling is.”
www.verpleegkundigleiderschap.nu