Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Bij het aanmelden ga je akkoord met onze Privacy Policy
Joke en Annie, vriendinnen van beide midden zeventig, zijn samen een dagje uit. Annie rijdt. Ineens is daar de klap tegen de vrachtwagen, vervolgens tegen de vangrail en over de kop weer terug. Ze zijn dan allebei nog aanspreekbaar. Maar bij het arriveren van medische hulp is Joke dat niet meer en wordt de reanimatie gestart. Een ander team buigt zich over Annie. Van de auto is weinig meer over.
Wegens enorme drukte word ik deze dienst uitgeleend aan de SEH. Geen idee of ik van toegevoegde waarde ben in deze chaos, maar een patiënt afleggen en mij ontfermen over de familie kan ik wél. Want in een kamertje achteraf ligt Joke. Al reanimerend is ze naar de SEH gekomen, maar desondanks overlijdt ze. Waarschijnlijk is ze doodgebloed, want als ze de SAM Sling verwijderen – een gordel ter stabilisatie van het bekken – zien ze dat iets zich in haar buik heeft geboord waardoor haar darmenpakket naar buiten is gekomen. Nadat de darmen terug zijn geduwd probeer ik het gat dicht te houden en leg ik haar er netjes bij – voor zover mogelijk – zodat de familie straks niet te veel schrikt. Ik spuit wat airfresh om de weeïge geur van bloed te verbloemen.
Of ik tussendoor nog even naar de CT-scan kan met een andere patiënt. Zij ligt met een nekkraag om door een hoge cervicale fractuur. Het is Annie! Onderweg vertelt ze me dat ze net te horen heeft gekregen dat Joke is overleden. Ze is zichtbaar aangedaan, ze zijn al meer dan 50 jaar vriendinnen. Zoveel mooie dingen die ze samen hebben beleefd. Ze vertelt me dat ze in de auto elkaars hand hebben vastgehouden totdat de hulpdiensten er waren. Ik slik een brok weg, wat heftig dit. Mijn angst wordt hier aangeraakt. Dat ik een motorongeluk krijg met mijn liefje achterop. Ik zou het mezelf nooit vergeven als er met haar… nee, ik wil hier niet aan denken. Weer terug van de scan zijn de kinderen van Joke gearriveerd. Onder politiebegeleiding lopen we naar het kamertje achteraf, waar de weeïge geur het heeft overwonnen van de airfresh. In al het verdriet worden aan het bed de mooie verhalen van Joke en Annie gedeeld. De families kennen elkaar en vinden elkaar op de gang. Gelukkig geen onvertogen woord of verwijt. In deze vriendschap is er geen schuldige. Daarbij heeft Annie vlak voor het ongeluk nog zoiets gezegd als “de remmen lijken niet te werken”. Een noodlottig ongeval. Als de familie weer naar huis gaat, rijd ik Joke naar het mortuarium. Veel tijd om met deze hoos aan emoties te zijn is er niet, want de patiënten komen bij bosjes tegelijk de SEH opgereden. De ene collega rent nog harder dan de andere, en ik ren met ze mee. Naar de scan, om bloed af te nemen en weg te sturen, infusen te prikken en weet ik niet wat nog meer. Het traumasein gaat af, waarbij er twee trauma’s worden aangekondigd. En we haasten ons naar de traumakamer om deze op te vangen. Ik geloof dat ik deze dienst veertien kilometer heb gelopen. Of ik niet hun team wil komen versterken? Dat is een enorm compliment, maar ik geloof toch dat ik meer geschikt ben voor de langer durende zorg. Dat heeft voor mij meer diepgang. En minder prikkels dan de hoeveelheid die ik deze dienst heb geabsorbeerd. Wel ben ik voorstander van deze uitwisselingen, om zo meer begrip en respect voor elkaars werk te krijgen. Met Joke en Annie in mijn gedachten fiets ik na mijn dienst naar huis. Deze vriendschap is als een huwelijk; tot de dood ons scheidt.
Linda de Roos is IC- en CC-verpleegkundige en werkt als ZZp’er. Daarnaast schrijft ze columns voor diverse tijdschriften en inmiddels heeft ze meerdere boeken op haar naam staan.
Deze column komt uit Venticare Magazine Oktober 2022