Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Bij het aanmelden ga je akkoord met onze Privacy Policy
Eline de Kok, verplegingswetenschapper en zelf verpleegkundige, stelt dat als we willen dat de nieuwe generatie verpleegkundigen leert af te wijken wanneer dit nodig is, dit wel bespreekbaar moet kunnen zijn. Opleidingen spelen hier een grote rol in.
In mijn vorige column vertelde ik waarom het tijd is dat we ‘rebelse’ verpleegkundigen niet langer zien als lastpakken, maar als rolmodellen. Niet omdat ze zich tegen regels keren, maar omdat ze, vanuit betrokkenheid bij hun patiënt, durven af te wijken van wat de regel voorschrijft – met vakmanschap en morele overtuiging.
Wat me opvalt sinds mijn promotieonderzoek, is dat dit gedrag bijna altijd plaatsvindt onder de radar. Verpleegkundigen wijken wel af, maar doen dat stilletjes. Zelden komt het open en bloot op tafel. En dat heeft gevolgen. Want wat je niet benoemt, kun je ook niet leren, erkennen of verbeteren.
In mijn proefschrift Deviating in White beschrijf ik hoe verpleegkundigen die professioneel afwijken, dat vaak in stilte doen. Niet omdat ze zich schamen, maar omdat de cultuur in hun team of organisatie daar weinig ruimte voor laat. Ze weten wat goed is voor hun patiënt, maar ze weten óók dat het afwijken ‘officieel niet mag’. En dus ontstaat er een spanningsveld: tussen doen wat nodig is en het risico lopen dat je wordt afgerekend op het ‘breken van de regels’.
Het gevolg? Verpleegkundigen gaan improviseren, overleggen met directe collega’s, en houden het voor de rest binnenskamers. Zelfs als het wérkt. Zelfs als het meerdere patiënten ten goede komt.
Paradox
Ik noem dat de paradox van het rebelse handelen: het levert vaak de beste zorg op, maar is tegelijk onzichtbaar – en daardoor leren we er ook niet van met elkaar. Leidinggevenden merken misschien dat er iets gebeurt, maar hebben vaak geen idee wat of waarom. Wat mijn onderzoek laat zien, is dat ze dan overmatig in de controle kunnen schieten, juist waar dialoog nodig is.
In het onderwijs zie ik dit mechanisme terug: studenten leren vooral hoe ze het ‘goed’ moeten doen –volgens de standaard, het protocol, de checklist. Afwijken komt amper aan bod. Laat staan dat ze leren hoe je zoiets zorgvuldig, professioneel én bespreekbaar kunt maken.
Maar als we willen dat de nieuwe generatie verpleegkundigen leert af te wijken wanneer dit nodig is, moeten we het hier juist wél over hebben. We moeten het onder de radar zichtbaar maken. Laten zien dat professioneel afwijken óók onderdeel is van goede zorgverlening – mits het onderbouwd, afgestemd en reflectief gebeurt.
Rol voor opleidingen
Wat kunnen opleidingen daarin doen? Voor mij begint het met ruimte maken voor verhalen. Verhalen waarin het schuurt. Waarin een student of docent terugkijkt op een situatie waarin het protocol of de regel níét voldeed. En waarin niet meteen het oordeel centraal staat, maar de vraag: wat maakte dit zo ingewikkeld? En wat zegt dat over hoe we zorg organiseren?
We moeten studenten niet alleen kennis en handelingen aanleren, maar ook het vermogen ontwikkelen om morele afwegingen te maken en daar het gesprek over aan te gaan. Niet naïef, niet vrijblijvend, maar als volwaardig onderdeel van het verpleegkundig vak.
In mijn volgende column sta ik stil bij die andere kant van rebels leiderschap: hoe je, ook als minder uitgesproken collega, tóch verschil kunt maken. Want afwijken doe je zelden alleen. Juist in samenwerking ontstaat ruimte – en veiligheid – voor verbetering.
Maar tot die tijd: misschien is dit een goede vraag voor in de koffiekamer of het klaslokaal: welke ‘onder-de-radar’ acties herinner jij je van de afgelopen maand? En wat zou er gebeuren als we daar open over spraken?