Masseren met lucht

In de afgelopen 40 jaar heeft er rondom reanimatie enorm veel ontwikkeling en verbetering plaatsgevonden. Aan de beademing die gegeven wordt bij een reanimatie is daarin niet veel veranderd. Daar wil Anne-Marie Willems verandering in brengen: “Mijn doel is om Chest Compression Synchronized Ventilation in de richtlijn te krijgen. CCSV werkt en geeft een verbetering in reanimatieland.

Tekst Rosan Weber Beeld Weinmann

De Venticare Reanimatiecompetitie is jaarlijks ruim vertegenwoordigd en heeft ervoor gezorgd dat reanimatie constant op de kaart wordt gezet. Per week zijn er ruim 300 mensen die een circulatiestilstand krijgen buiten het ziekenhuis (Out of Hospital Cardiac Arrest OHCA). Van hen overleefst slechts 20 tot 25 procent. Van de mensen die dit overleven, heeft 80 tot 90 procent een jaar na de reanimatie een goede kwaliteit van leven. Ondanks de goed georganiseerde reanimatiezorg in Nederland is er nog ruimte voor verbetering. Sinds 2019 bestaat Chest Compression Synchronized Ventilation (CCSV). Dit is een beademingsmodus speciaal ontwikkeld voor  tijdens een reanimatie. Gesynchroniseerde beademing tijdens borstcompressies dus. Anne-Marie Willems is productspecialist bij Weinmann, het bedrijf achter de CCSV. Willems werkte 15 jaar als IC-verpleegkundige in het CWZ in Nijmegen en werkte jaren als reanimatiecoördinator waar ze teams trainde en zowel ACLS- als ILS-instructeur was. Daar is reanimeren een passie geworden, stelt Willems. Na haar werk als IC-verpleegkundige kwam ze in contact met Weinmann. Het is een  bedrijf met name gespecialiseerd in transportbeademing. Toen in 2019 de CCSV op de markt kwam, is Willems hier direct ingedoken. Met haar passie voor reanimeren was dit een ware no-brainer. Willems legt uit: “Professor Kill, destijds werkzaam in het Philipps-University te Marburg, Duitsland  heeft samen met Weinmann een beademingsvorm ontwikkeld die drukgestuurde  beademingsteugen kan geven tijdens borstcompressies. De flowsensor in de beademingsmachine detecteert druk- en volumeverschillen tijdens borstmassage en geeft razendsnel tegelijkertijd automatisch een ademteug. Als persoon geef je, hoe goed getraind je ook bent, met een kleine onregelmatigheid hartmassage. Het systeem pikt dit automatisch op en kan door de flowsensor toch op dezelfde tijd ademteugen geven.”

Bij de BLS
Tijdens Basic Life Support is het gebruikelijk om na iedere 30 compressies twee keer gemiddeld 500 cc te beademen met gemiddeld 100 compressies per minuut. Met de CCSV kan beademing machinaal worden gegeven wanneer de patiënt is geïntubeerd met een endotracheale tube . De patiënt krijgt 100 compressies per minuut, met daarbij ook 100 kleine ademteugjes. Uit dierexperimenteel onderzoek (met varkens) is gebleken dat de patiënt omgerekend net zoveel effective ademminuutvolume binnenkrijgt met de gesynchroniseerde methode als met de klassieke 30×2-methode of conventionele machinale beadermingsmodes.  Zorgt deze manier van reanimeren niet voor een constante stroom van pneumothoraxen en barotrauma’s? Volgens Willems niet. “Doordat we kleine teugjes lucht geven, knappen die longblaasjes niet, en ontstaat er ook geen barotrauma. Daarnaast zorgen we ervoor dat in de decompressiefase – wanneer we de borstkas  loslaten – de uitademing plaatsvindt waardoor de intrathoracale druk veel lager is. De veneuze druk is dan lager, waardoor het hart zich als een spons goed kan vullen met bloed en dit de circulatie weer ten goede komt. Er vormt zich een hogere arteriële druk, een betere hersenperfusie en een hogere saturatie. De hele cyclus van het beademen en reanimeren is beter, wat zorgt voor een betere uitkomst voor de patiënt. En daar draait het om.”

Wil je dit artikel verder lezen? Klik hier!